Sidi Larbi Cherkaoui en Hans Op de Beeck op zoek naar ‘de’ Vlaemsche identiteit

Er bestaat geen filosofischere vraag dan ‘wie ben ik?’. Sidi Larbi Cherkaoui, zoon van een Vlaamse moeder en Marokkaanse vader, probeert de Vlaamse identiteit te ontrafelen in de voorstelling ‘Vlaemsch (chez moi)’. Daarbij krijgt hij hulp van geboren Turnhoutenaar Hans Op de Beeck.

In de vijftiende eeuw gaat het Vlaanderen, als deel van de Bourgondische Nederlanden, cultureel en economisch voor de wind. Kunstenaars zoals de polyfonisten in de muziek en de primitieven in de schilderkunst geven de regio weerklank tot ver buiten haar grenzen. Deze ‘fiamminghi’ staan bekend als innovatieve, vrije geesten, die graag experimenteren en openstaan voor internationale invloeden.

Sidi Larbi Cherkaoui en Hans Op de Beeck, kunstenaars die vandaag wonen en werken in Vlaanderen, voelen zich op hun beurt verwant aan en geïnspireerd door die illustere voorgangers. Ook hun werk wordt gevoed door ontmoetingen tijdens het reizen rond de wereld. De kunst en de mens blijken nog steeds migranten. Uit onze stambomen blijkt dat we van zoveel verschillende, vaak verafgelegen plaatsen komen. Net die smeltkroes van invloeden vormt ons DNA, onze ‘Vlaemsche’ identiteit.

Vlaamse naam
“Een cultuur of een identiteit is in zekere zin een zelfverheerlijking”, zegt choreograaf, regisseur en scenograaf Sidi Larbi Cherkaoui. “Het is een manier om je zelfwaarde in te schatten, om  jezelf te definiëren. Onze geschiedenis is ongelooflijk divers, er zijn mooie en minder mooie dingen gebeurd in ons verleden. Soms kijken we daar erg gefocust naar, dan weer erg breed, alsof we accordeon aan het spelen zijn. Je hoort meerdere stemmen tegelijk, net als in de polyfonie. Ieder spreekt dan nog eens in zijn eigen taal en zelfs in zijn eigen dialect. Maar het is net gezond dat die verschillen er zijn.”

Voor een migrant van de derde generatie is de zoektocht naar een identiteit allicht nog complexer. Larbi: “Hans Op de Beeck, dat klinkt als een Vlaamse of Nederlandse naam. Ik ben in Antwerpen geboren en opgegroeid in Hoboken en toch zal niet iedereen me als een Vlaming beschouwen. Terwijl dat zo’n brede waaier is. Maar wanneer heb je een Vlaamse naam? Het heeft ook vijfhonderd jaar geduurd voordat de luit hier als een Europees instrument beschouwd werd, ondanks de Arabische oorsprong. We moeten ons bewust zijn van dat gevaar van fascisme ten opzichte van wat vreemd is.”

Heerlijk samenwerken
Ondanks hun verschillende achtergronden herkennen Larbi en Hans veel in elkaar. “We hebben gelijkaardige artistieke roots, we zijn allebei begonnen met tekenen”, stelt Hans vast. “Stripverhalen maken was een soort ontspanningspiste voor mij en mijn broer. Het multidisciplinaire hebben we ook gemeenschappelijk. Ik ben beeldend kunstenaar maar heb ook theater geschreven en werk nu al een aantal jaar in de performing arts.”

De twee leerden elkaar kennen via gemeenschappelijke vrienden. “Onze fijne eerste ontmoeting resulteerde in 2018 in ‘Stoic’, waarvoor Hans de scenografie en de kostuums verzorgde”, herinnert Larbi zich. “Hij had een imposante ruimte met drie uitgangen ontworpen die zich perfect leende voor het ludieke en tegelijk ontroerende danstheater dat ik in gedachten had.”

“Het is heerlijk samenwerken met Larbi omdat het zo makkelijk gaat”, vult Hans aan. “Dat kan ook volledig fout lopen, wanneer je elkaar waardeert en het dan toch tegenvalt. Maar de chemie klopt zo goed. Ik was verbluft toen ik ‘Stoic’ zag omwille van de integratie van de tekst in de productie. Ook in ‘Vlaemsch’ voegt de tekst een nieuwe laag, een nieuw niveau toe. De voorstelling vertelt over onze moeilijkheden en trauma’s maar even goed is het af en toe volks ridicuul.”

Maar wie zijn we nu? Antwerpenaren, Vlamingen, Belgen, Europeanen? “Dat hangt af van dag tot dag en hoe de wind waait”, glimlacht Larbi. “Je mag ook niet onderschatten hoe hard Vlaanderen de voorbije veertig jaar veranderd is. In alle facetten, van het straatbeeld dat je in een oogopslag ziet tot de manier waarop kinderen worden opgevoed. Cultuur is een levend iets dat verandert. Daardoor is identiteit fluïde, ook de Vlaamse identiteit.”

Geen onbekenden
‘Vlaemsch (chez moi)’ debuteerde in Brussel. Maar voor zowel Larbi als Hans is het bijzonder om de voorstelling in dit feestjaar in de Warande te mogen brengen. “Ik heb tot mijn 15 in Turnhout gewoond”, vertelt Hans. “De Warande leek de enige plek waar vanalles gebeurde in een verder stille gemeente, vergeleken met grotere steden. Je had er de bibliotheek, er waren voorstellingen en theaterworkshops, het was een ontmoetingsplek, een baken in het landschap. De plaats blijft ook evolueren, met onder meer de vernieuwde exporuimte. Het is mooi om te zien hoe de Warande zich blijft heruitvinden.”

Larbi maakte kennis met het cultuurhuis via theatergezelschap Stap. “Dat was een levensveranderende ervaring, ik kan me geen beter begin van mijn carrière inbeelden. De laatste jaren lijkt de Warande wel verdubbeld, impressionant is dat. Hier heb ik ook mijn voorstelling ‘Puz/zle’ gecreëerd. Naast de straffe faciliteiten biedt de Warande ook een blik naar buiten die noodzakelijk is voor je wereldbeeldvorming. Er zou in elke stad zo’n huis moeten zijn.”

 

tekst: Wouter Adriaensen

Sidi Larbi en Hans Op de Beeck
Saskia Vanderstichele

naar de voorstelling