“Persoonlijkheid, perversiteit, plezier, poëzie en pijn, met daarrond een grote strik humor.”
- Dora van der Groen
Vijf vragen aan Marijke, Sarah en Arden van Kempen Deluxe
Waar halen jullie inspiratie uit?
Marijke: Alledaagse, banale gesprekken op de trein, uit de hand gelopen grappen en de diepe, donkere krochten van het menselijk brein.
Sarah: Beeldende & conceptuele kunst, nachtmerries & dagdromen, (de geschiedenis van) theater & opera, en tekstuele spitsvondigheden.
Arden: Theatrale locaties, fotoboeken zoals die van Accidentally Wes Anderson, beeldende kunst zoals die van o.a. Hans op de Beeck, het theatergezelschap Abattoir Fermé, acrobatiek, en dans- en theatervoorstellingen in het algemeen.
Wat is jullie eerste herinnering aan de Warande?
Marijke: Mijn oma die me meenam naar een kindervoorstelling in de schouwburg. Na het optreden vertelde ik haar dat ik ook actrice wilde worden en vroeg of dit goed verdiende. Mijn oma zei: “Nee.”
Sarah: Sinterklaas in de Schouwburg.
Arden: Het bijwonen van ‘When the birds fly low, the wind will blow’ van Helder Seabra, en het ontstaan van mijn vriendengroep als ambassadeur bij de Kunstbende.
Waar zijn jullie trots op?
Marijke: Het oprichten van een theatraal kader waarin iedereen een stem heeft, er gespeeld kan worden met bestaande conventies en er ruimte is om ongedwongen jezelf te zijn. Dat Kempen Deluxe ontstaan is vanuit een hechte vriendschap is een enorm cadeau.
Sarah: Kempen Deluxe. Dat is voor mij een kinderdroom die uitkomt. Het is heerlijk om theater te kunnen maken in een groep van zachtaardige mensen, op een liefkozende manier, in een stijl die voor mij tot de essentie van het bestaan gaat.
Arden: Het oprichten van ons eigen collectief. Theater kunnen maken op een veilige en opbouwende manier met mensen die mij iedere week inspireren.
Hebben jullie een geheim talent?
Marijke: Ik doe een best goede Sociaal Incapabele Michiel en doedelzak imitatie.
Sarah: Telepathie met duiven. Althans, dat denk ik te kunnen.
Arden: Het slecht nabootsen van dialecten op ongemakkelijke momenten.
Naar welke artiest(en) kijken jullie op?
Marijke: Ik vind het moeilijk om een allesomvattende artiest te noemen, dus ik probeer me te beperken tot een drietal straffe makers. Bo Burnham (Inside), Naomi Velissariou (Permanent Destruction) en Yayoi Kusama. Opzoeken die handel!
Sarah: Er is niet echt 1 persoon, dood of levend, waar ik naar opkijk. Ik geloof vooral in intertekstualiteit en interculturaliteit. Ik haal mijn mosterd graag bij een waaier aan artiesten, stromingen, tendensen en impulsen. Al kijk ik uiteraard op naar bepaalde oeuvres. Ik denk daarbij aan de dansen van Loie Fuller, de absurditeit van Ersan Mondtag of het activisme van Nina Simone en Francis Alÿs. Toch verbleken al deze makers tegenover het algehele, 21e-eeuwse, globale netwerk van kunst en kennisuitwisseling.
Arden: Te veel om op te lijsten. Momenteel de Koreaanse filmmaker Bong Joon-ho (Parasite, Oldboy), de Franse schrijfster Simone de Beauvoir (De Tweede Sekse), Vlaams Theatergezelschap FC Bergman (The Sheep Song), en waar ik ook altijd voor zwicht zijn straatartiesten zoals bijvoorbeeld Collectif Malunés. Acrobatie leerde ik voor het eerst kennen op het jaarlijkse openingsfeest van de Warande. De combinatie van acrobatie en live cello ontroert mij toen tot in het diepst van mijn ziel.