architectuur
de Warande anno 1972
architecten: Frans Schoeters, Carli Vanhout en Eugène Wauters - ass. Paul Schellekens
De Warande is ingeplant in het hart van de stad te midden van een groenzone van twee hectare. Volgens Renaat Braem beantwoorden “de donkere massa's van het gebouw als het ware in hun stapeling aan de losse ruimten er rond, met de kruinen der oude bomen er rond, de gebroken gevelwanden, het blok van het oude kasteel met zijn slotgracht. Hier is eerder een plastisch gesprek gaande tussen de omgeving en het gebouw in het midden, dat het bestaan der omgeving erkent en deze in een totale compositie betrekt.
Via de hoofdingang komt men in de centrale hal, vanwaar men rechtstreeks naar de tentoonstellingsruimte, de cafetaria, de vergaderlokalen, de schouwburg en de bibliotheek kan. De Warande is een uitgestrekt complex van beton en donkerbruine, handgevormde baksteen uit de streek. Het heeft één tot twee bouwlagen onder een plat dak. De stalen ramen en buitendeuren zijn donkerbruin geschilderd en omvatten bruin getint glas.
De brutalistische vormgeving wordt gekenmerkt door een samenvoegen van in- en uitspringende autonome volumes, o.m. de indrukwekkende cilindervorm van de schouwburg, een opvallend horizontale gerichtheid en een massief karakter, soms doorbroken door eerder donkere glaspartijen en een klaar materiaalgebruik. Daardoor geeft het gebouw een eerder gesloten, naar binnen gerichte, introverte indruk. Dit karakter beantwoordt volgens Paul Schellekens aan de eerder gesloten aard van de Kempenaar. “In dit gebouw voelt een gemeenschap zich besloten en geborgen.". stelt Renaat Braem. Het interieur is sober: bakstenen binnenmuren in combinatie met betonnen pijlers en draagbalken.
De Warande is een fraai voorbeeld van brutalistische architectuur dat tot op de dag van vandaag goed behouden is gebleven.
Toen de Warande officieel haar deuren opende, kon niemand vermoeden dat dit centrum snel zou uitgroeien tot het prototype van het begrip 'cultureel centrum' zoals het door zijn bedenkers bedoeld werd: dynamisch, pluralistisch en met zowel ruimte voor de 'hoge' als de 'lage' cultuur.
Het toenmalige stadsbestuur van Turnhout speelde hiervoor, zoals het een centrum van de speelkaart past, drie knappe troeven uit: de keuze van de ligging midden in het stadscentrum (en dus goed bereikbaar voor voetgangers en fietsers), een voor zijn tijd gedurfde, robuuste en tijdloze architectuur en tenslotte een consequent geloof in de kracht van cultuur. Consequent omdat men naast het gebouw ook voorzag in voldoende personeel en werkingsmiddelen en men tezelfdertijd de vrijheid garandeerde om een democratisch gecontroleerd, maar onafhankelijk beleid te voeren.
de Kuub anno 2005: Snapshot en façade
tekst: Maarten Delbeke
architecten: Macken&Macken
Eén manier om de uitbreiding van de Warande door Macken & Macken te lezen, is alsof een ruim bemeten scherm, de buitengevel, rond de nieuwe podiumkunstenzaal is gezet. De nieuwe zaal (Kuub) staat aan de buitenkant van het terrein, parallel aan het bestaande gebouw. De marge tussen de zaal en het scherm biedt op vier verdiepingen plaats aan de ticketbalie, de foyer, het café, kantoren en een repetitiezaal en workshopruimte. In de zone tussen de zaal en de oude Warande is deze marge het grootst en ontstaat ruimte voor de ingang, de belangrijkste publieksvoorzieningen en de trappen. Het buitengedeelte van deze zone is over de lengte van het nieuwe gebouw een plein, dat niet alleen toegang biedt tot het Warandep'Ant, maar ook horizontaal de grens markeert tussen de bovenbouw en de ondergrondse sokkel, die zichtbaar wordt in de uitsnijding aan de andere kant van het gebouw.
De plaatsing, opbouw en vorm van het scherm rond de zaal is subtieler dan op het eerste zicht kan lijken. De vliesgevel is tegelijkertijd een zelfstandig element dat een monoliet volume afbakent en een compositie van kaders die het interieur tentoon stellen en het uitzicht naar buiten bepalen. Het samennemen van deze twee fundamentele, eigenlijk tegengestelde visies op de gevel de gevel als façade of als snapshot maakt dat het scherm zich niet uitsluitend beperkt tot het filteren van de transmissie tussen interieur en exterieur, of tot het tentoonstellen van het interieur, of tot het markeren van een heldere sculptuur. De gevel doet dit alles tegelijkertijd en dient zo werkelijk als tolk van het gebouw. De inhoud van het volume wordt herverteld, deels verhelderd maar ook getransformeerd: opnieuw ingedeeld, uitgelicht, gecamoufleerd of aan het zicht onttrokken.
De logica van de façade en het snapshot krijgen op de drie volledig vlakke gevels vorm als twee hiërarchisch volstrekt evenwaardige lijnenpatronen. Horizontale lijnen duiden de vloerniveaus aan. Deze onderverdelingen kruisen het patroon van verticalen en verspringende horizontalen die de rechthoekige indeling bepalen waarop, waar nodig, zware vensterkaders zijn geplaatst. De doorlopende verticalen en horizontalen bepalen de afwisseling tussen transparant en translucent gevelmateriaal. De translucente of transparante oppervlakken representeren nu de horizontale, dan de verticale geleding van het interieur of suggereren een volume of holte achter de gevel. Precies omdat de lijnen in de gevel vloer- en muurdiktes abstraheren en de transparante oppervlakken in een steeds wisselende verhouding tot het interieur staan als raam in een muur (in de Kuub), of als transparante wand (in de repetitieruimte), of als vlak dat verschillende interne ruimtes samenneemt (de workshopruimte en de bovenliggende bureaus) lijkt het gebouw, vanuit verschillende standpunten bekeken, in de loop van de dag, of met het afwisselen van de activiteiten onderworpen aan een voortdurende decompositie en hersamenstelling. Deze met soliede en rigide ontwerpmiddelen bekomen veranderlijkheid stolt in de gevel die naar het bestaande gebouw is toegewend. Hier krijgt de nieuwe Warande een haast klassiek gelaat. De repetitiezaal springt even uit, en vormt een minimale luifel die samen met een reeks kolommen uit I-profielen de ingangpartij markeert; het volume van de traphal duidt samen met de uitsnijding voor de ondergrondse patio de grens van het toegangsplein aan. Met deze weinig spectaculaire maar opmerkelijke gebaren keert de uitbreiding van de Warande zich naar het oudere gebouw en lokt het daar een vergelijking mee uit.
Het is inderdaad onvermijdelijk om de uiterlijkheid van het nieuwe gebouw niet af te passen aan de, in de woorden van Paul Vermeulen, haast panische introvertie van het ontwerp van Vanhout en Schellekens. Er lijkt tegenover de uitdeinende stenen massa van het eerste gebouw een helder, scherp afgelijnd volume te staan. Maar misschien is de relatie tussen de twee gebouwen complexer. Hoewel de oude Warande verrassend weinig communicatie tussen interieur en exterieur toelaat, doet de geleding van het gebouw de aanwezigheid van de verschillende programma-onderdelen vermoeden. Waar de Kuub in het volume van het Warandep'Ant verdwijnt, is de podiumzaal van het eerste gebouw een duidelijk onderscheiden entiteit. Desondanks spreekt de oorspronkelijke Warande niet tot zijn omgeving: de verschillende gebouwdelen zijn geometrische volumes die weinig van hun innerlijk leven onthullen. En precies omdat het gebouw bestaat uit een aaneenschakeling van verschillende entiteiten, is zijn enige gevel de alomvattende bakstenen huid; het heeft geen façade, geen gelaat. Daarmee kan er geen risico op onbegrip, afstandelijkheid of misverstand bestaan.
Dit ontwerp is ongetwijfeld mee bepaald door de ideeën over cultuurspreiding die in de jaren 1970 golden, en het is zeker legitiem om in de verhouding tussen de oude en de nieuwe Warande de evolutie van deze ideeën af te lezen. Maar als we ons tot de architectuur beperken, en in rekening brengen dat de gevel het gebouwdeel is waar architectuur expliciet aangeeft waar ze voor wil staan, of misschien zelfs wat voor een waarheid ze wil spreken, dan hebben Macken & Macken de strategie van hun voorgangers omgekeerd. Het Warandep'Ant is met een huid omhuld. Die lijkt nu, door haar transparantie, te beloven dat ze niet alleen laat zien maar ook afficheert wat er binnenin gebeurt. Maar precies het meticuleuze ontwerp van deze interface maakt dat het innerlijk in een wisselende reeks van geselecteerde snapshots wordt getoond en zich steeds anders tot zijn buur, zijn omgeving of de stad zal richten. Deze gevel selecteert en transformeert, en toont zo dat het de architectuur beter afgaat om het waarachtige in scène te zetten dan om waar te willen zijn.
2012-2013: renovatie van de voorzijde van de Warande
tekst: Caroline Goossens
architecten: Beel&Achtergael Architecten
Begin 2013 opende de vernieuwde Warande de deuren. De hele voorzijde van de Warande en de Hal werd hierbij omgevormd tot een attractieve cultuur- en ontmoetingsplek in het hart van Turnhout.
De ontwerpers van het project, Beel&Achtergael Architecten, tekenden onder meer de plannen voor het nieuwe gerechtsgebouw in Gent en het Centraal Museum in Utrecht, gebouwen die hun logica en helderheid danken aan een intelligente en kwalitatieve ruimtekoppeling. Kapstok voor de ingrepen in de Warande wordt de 'routing', de manier waarop de circulatiestromen van, naar en binnen de verschillende entiteiten van het cultuurcentrum georganiseerd zijn. Uitgaande van de beleving van de architectuur via de circulatie rond en doorheen de bouwvolumes beoogt het masterplan de optimale werking van de uiteenlopende invulllingen als adminstratie, tentoonstellingen, repetities, voorstellingen, onthaal, horeca en bibliotheek.
Lieven Achtergael licht toe: "Het oorspronkelijke Warandegebouw werd centraal op het terrein ingeplant. De hoofdinkom bevindt zich dwars tegenover de schouwburgzaal. Naar links sla je af voor de cafetaria, naar rechts voor de bibliotheek. Logisch en efficiënt binnen het concept van een autonoom gebouw, maar sinds de toevoeging van het Warandep'Ant en de plannen voor de ondergrondse garage, komt de hoofdas, het traject dat de onderdelen van het bouwcomplex aan elkaar schakelt, juist loodrecht op de inkom-as te liggen."
"Schaalvergroting noopt vaak tot een andere omgang: omdat er zoveel gebeurt op verschillende plekken, is het idee van de snelle doorsteek achterhaald. In de plaats daarvan bereikt de bezoeker zijn bestemming via een architecturale wandeling, waarbij hij een glimp van de andere activiteiten opvangt. De uitwerking van één structurerende verbindingsader linkt alle ruimtes binnen het complex op een overzichtelijke en aangename manier aan elkaar. Vanaf die hoofdroute creëren we via traphallen, vides en binnentuinen doorzichten en trekken zo natuurlijk licht tot in de kern van het gebouw.
Toen aan de hand van verschillende scenario's de haalbaarheid van zo'n structurerende hoofdcirculatie werd onderzocht, bleek dat de bestaande centrale trappartij dat basisidee dwarsboomde. Omdat de nieuwe hoofdroute zich over de drie verdiepingen door het hoofdgebouw uitstrekt, spelen de trapdoorsteken een sleutelrol in de leesbaarheid van het parcours en de vervloeiing van de ruimtes. De centrale trappartij wordt dan ook vervangen door twee nieuwe trappen die de lengterichting ondersteunen, voor een efficiënte doorstroming zorgt en extra ruimte genereert in de kelderverdieping, waar een nieuwe tentoonstellingsruimte is voorzien.
2016-2018: renovatie van de Schouwburg
architecten: Architects in Motion
De Schouwburg van de Warande werd verbouwd door de provincie Antwerpen van 2016 tot augustus 2018. Architects in Motion tekenden voor de renovatie en verbouwing van de Schouwburg.
Achter de Schouwburg aan de kant van de Wezenstraat werd een servicegebouw gebouwd om podium en technische diensten te scheiden. Naast het speelvlak werden ook de trekkenwand en de toneeltoren vernieuwd en is de Warande iets hoger dan vroeger. Door een goede isolatie heeft de omgeving rond de Schouwburg niet veel last meer van luide producties.
De foyers en de zaal zijn nauwelijks veranderd. Alle stoelen en het tapijt werden vervangen en er zijn ook extra stoelen bijgekomen. De karakteristieke vestiaire en ‘blekken toog’ bleven, maar kregen een opknapbeurt.
In deze brochure kan je meer lezen over de gedane renovatie.