Warande Informatief: Revolutionary Road - STAN & DE ROOVERS

In ‘Revolutionary Road’, naar het beroemde, verfilmde boek van de Amerikaanse schrijver Richard Yates, worden dromen gedroomd, maar evengoed gesloopt. Robby Cleiren (de Roovers) sprak Jolente De Keersmaeker (STAN) aan en twee jonge acteurs: Ivana Noa en Flor Van Severen (Wolf Wolf, Camping
Sunset). Het kwartet speelt negen rollen en presenteert een tragedie pure sang.

We schrijven Amerika, de jaren vijftig van de vorige eeuw. Enter: het jonge schijnbaar perfecte echtpaar April en Frank Wheeler. De bohemiens uit Greenwich Village, New York wilden een revolutie ontketenen maar stranden als echtpaar met twee kinderen in voorstedelijk Connecticut. Op een dag heeft April, de tot huisvrouw gebombardeerde actrice, de oplossing om te ontsnappen aan hun burgerlijk bestaan: verhuizen naar Parijs…

‘Revolutionary Road’ werd wereldberoemd toen in 2008 de gelijknamige film uitkwam met Kate Winslet en Leonardo DiCaprio in de hoofdrollen. 

Het verhaal begint met het verslag van een mislukte toneelopvoering. De prachtige droom van April eindigt hier. Ivana Noa, hoe valt het als laatstejaars conservatorium mee om die rol van April op te nemen?

Ivana: Het voelt megaparadoxaal! Dat ik een hoofdrol als April mag spelen is sowieso een droom die waarheid wordt, maar ik vertolk wel iemand wier droom uit elkaar spat. Als afstuderende speel ik iemand die met dezelfde droom zit als ik: April wil actrice worden, maar faalt daarin. Ik kan er niet van wegkijken. Dat is zo realistisch! Zo kan het echt lopen. Ik hoop dat ik verder kan spelen… 

Jij hebt talent zat en speelt  in tegenstelling tot April niet bij een amateurgezelschap. Schets April verder, wil je?

Ivana: Da’s een moeilijke. April blijft een mysterie. Ik hoopte in het boek van Yates meer over haar te vinden, maar het is Frank die het verhaal vertelt. Als lezer kijk je dus door de ogen van haar man. Niet te veel over een personage weten is gunstig voor de vertolker om mee aan de slag te gaan, maar April blijft bij momenten echt ongrijpbaar. 

Frank is tastbaar. Hem kun je continu vatten. Je kunt hem volgen in wat hij doet.

April wil nog steeds actrice worden, maar: waarom is ze na een jaar weggegaan van die toneelschool? Is ze weggestuurd? Is ze toen zwanger geraakt, zijn ze daarom verhuisd? Waarom zijn ze eigenlijk naar de suburbs vertrokken? 

Wie is Frank?

Ivana: Frank wordt overspoeld en gedreven door zijn liefde voor April. Daarom is hij een kameleon. Soms is hij ook een beetje een klootzak. Het leven overweldigt hem wel eens. Ergens streeft hij ook naar veiligheid.

Flor Van Severen, jij speelt Frank. Volg je Ivana?

Flor: Frank leeft in functie van April, dat klopt. Hij is smoorverliefd. Hij is overweldigd door het feit dat zij voor hem, een loser, iemand die doet alsof hij veel weet, heeft gekozen. Ook voor hem blijft April een mysterie. Je kunt niet alles te weten komen over haar en hij wil net alles over haar weten. Hij praat veel. Hij vraagt veel aan haar en daar wordt zij gek van. Eigenlijk gaat het ook over miscommunicatie. 

Net nadat ze beslist hebben naar Parijs te verhuizen wordt zijn talent opgemerkt bij de firma Knox Business Machines. Chef Bart Pollock stimuleert Franks ego. Als hij blijft, krijgt hij promotie. En April blijkt zwanger…

Het verhaal is tragisch. Het gaat over twee mensen die willen ontsnappen aan het leven waarin ze verst(r)ikt zijn geraakt en dan wordt die droom aan diggelen geslagen. 

Ivana: Je komt niet dichter bij een menselijk conflict dan dit. Op een bepaald moment horen ze elkaars wezenlijke stem niet meer. Ze raken elkaar kwijt. De tragedie toont April die zich Antigone-gewijs opoffert. April vertegenwoordigt de ideeën strijd(lust) en mislukte dromen.

Flor: Voor April betekent Parijs vrijheid. Frank vindt het eigenlijk best oké in Amerika, zolang hij met haar is. Hij heeft zelfs schrik om te vertrekken. Dat is het grote verschil tussen hen.

Die ‘Revolutionary Road’ blijkt een doodlopende steeg?

Ivana: Eigenlijk wel. De straat Revolutionary Road ligt op Revolutionary Hill, een soort berg, waarvan ze de achterkant niet zien omdat ze er uiteindelijk niet geraken. Ze kruipen op die berg, er zit een wereld achter die berg, maar ze zullen nooit zien wat erachter ligt.

 

Griekse tragedie

Robby, jij die het stuk op tafel legde, was tragedie de enig mogelijke vorm?

Robby: Zeker. ‘Revolutionary Road’ is bijna een pure Griekse tragedie. Denk inderdaad aan Antigone van Sophocles. Antigone wil haar broer begraven, maar we weten allemaal: dat zal niet lukken. Ze zal tegen muren botsen. Dat is de definitie van een tragedie. Bij een drama zie je iemand nog vechten tegen zijn lot en dat kan dan nog veranderen. Bij een tragedie weet je: Antigone gaat eraan. Hier voel je April vechten tegen haar lot, maar het staat in de sterren geschreven: het zal tevergeefs zijn. 

Waarom viel jij, waarom vielen de Roovers en STAN voor dit stuk?

Robby: Ik had die prachtige film met Winslet en DiCaprio al gezien toen hij uitkwam in 2008, even later tipte een leesvriendin me het boek van Yates, ‘Of daar geen stuk in zat?’. Dat zat er zeker in, maar het bleef in de lade tot ik in 2017 de bewerking van en met Jacob Derwig (Theater Rotterdam) zag. We vertrokken van zijn tekst.

Met Jolente heb ik al verschillende keren samengewerkt. We zijn beiden gefascineerd door hetzelfde soort verhalen en de manieren om die in theater te vertalen. En tegelijk zijn we complementair. Bij beide gezelschappen verwelkomen wij ook al langer de jonge generatie. En ja, uiteraard betekent samenwerken ook kosten besparen. Daarover gesproken: zag je dat we stukken decor van onze vorige coproductie ‘Infidèles’, naar Bergman, gebruiken?

Wat heeft Richard Yates gemeen met Ingmar Bergman?

Robby: Bergman en Yates brengen het menselijk falen mooi in kaart: hoe relaties als complexe rivieren kunnen zijn. Ze zoomen allebei in op dromen en op het falen van die dromen. We kijken bij ‘Revolutionary Road’ op dezelfde manier naar relaties als bij ‘Infidèles’.

‘Revolutionary Road’ overstijgt het niveau van menselijk falen, zeg je. Wat zijn de sociale en politieke dimensies?

Robby: Op een gegeven moment komt April aanzetten met die verhuisdroom. Na enig aarzelen zegt Frank ja, maar dan komen er tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren. Die hebben te maken met maatschappelijke verwachtingen, met het leven van huisje-tuintje-kindje oftewel: settelen in een burgerlijk bestaan. Aan Frank begint dat beduidend meer te trekken dan aan April. 

Frank heeft twee grote monologen, waarin hij analyseert hoe de samenleving in elkaar zit. Met dat soort discours zette hij eerder mensen in vuur en vlam. Zijn begeesterende alleenspraken waren een van de redenen waarom April voor hem is gevallen. Op die manier overstijgt het stuk het relationele verhaal. 

Ik geloof vandaag nog steeds dat het zin- en waardevol is om dit soort verhalen te vertellen, dat kunst appelleert en fundamenteel menselijk is, maar ik voel erg goed dat onze wereld meer een meer wordt georganiseerd volgens een liberaal model – de centen en het praktische nutprincipe worden steeds belangrijker. Bij theater valt het economische belang lastiger te bewijzen. Het wordt dus moeilijker en moeilijker om het te maken. 

Maar: waarom mensen graag naar dit soort verhalen luisteren, graag boeken lezen of films kijken? Precies om het feit dat iemand zegt: ‘Maar moet het echt zo?’, ‘Kunnen we de wereld niet anders organiseren?’. Dat is wat wij op onze eigen, onooglijk bescheiden manier proberen te doen: verhalen vertalen die wij de moeite vinden om te vertellen.

De Parijsdroom kan iedere bezoeker voor zichzelf invullen..

Robby: Precies. In het geval van de Wheelers gaat het misschien over een romantische droom, maar het kan evengoed over de klimaatcrisis gaan: is het nu zo onmogelijk om te dromen over een alternatief, over een andere manier van met klimaat om te gaan? Als er vervolgens mensen zijn die die stem vertolken, kan die pas weerklank vinden.

 

Met vier

Waarom vertellen jullie het verhaal voor negen personages met vier? En: was het van bij het begin duidelijk dat de hoofdrollen naar Ivana en Flor zouden gaan?

De vorm zijn we schatplichtig aan onze Nederlandse collega Jacob Derwig. Hij bedacht het concept om met vier, met twee koppels, een ouder en een jonger, het verhaal te vertellen.

Dat Ivana en Flor, jongeren in wie we geloven, het jonge koppel zouden spelen was evident. Jolente kwam Flor tegen op het KASK in Gent, ik heb Ivana leren kennen op het conservatorium in Antwerpen, waar ik af en toe lesgeef. Het is bijzonder fijn om te merken dat jonge mensen ook interesse hebben om met teksttheater, de passie van STAN en De Roovers aan de slag te gaan. Mijn Parijs: dit soort verhalen kunnen blijven vertellen, onderzoeken, vormgeven, samen met de nieuwe generatie spelers-makers. 

Jij speelt liefst vier (bij)rollen, Robby. Je blijft maar van kleren wisselen. 

Robby: Jolente speelt er drie. We zouden ook vijf extra acteurs kunnen inzetten, maar onze oplossing is goedkoper. Ik vind het heel leuk om op de flanken spelen. Ivana en Flor zijn onze spitsen. Zij vertellen het verhaal. Zij moeten de hele tijd te volgen zijn. Jolente en ik gaan voor de zogenaamd dienende rollen die nodig zijn om het vertaal verteld te krijgen. En om al eens wat lichtheid en lucht in de tragedie te krijgen. Van de ene naar de andere rol switchen vind ik erg leuk. Het maakt deel uit van het spel dat theaterspelen is.

Wie is je favoriete rol van de vier?

Robby: John, de wiskundige die met psychische problemen kampt en vervolgens wordt opgesloten en elektroshocks krijgt. Het bekende principe van de nar of de gek die komt binnenvallen en de dingen benoemt zoals ze zijn, weet je wel. 

Als volwassene nemen we een blad voor de mond of zijn we voorzichtig met wat we zeggen en wat niet. John is als een kind dat spontaan zegt: jij hebt een grote neus!

Hij is een idiot savant. Binnen de tien minuten maakt hij een glasheldere analyse. Hij staat aan de rand van de maatschappij. Dat soort figuren vind ik ontroerend.

Ivana: Tegen April, die zwanger is, zegt John: ‘Ik ben blij dat ik dat kind niet ben.’ Dat hakt erin. Samen met Frank heeft hij het over de ‘hopeloze leegte’ van het leven. 

Flor: John is een kernpersonage.

Robby: John toont onze hypocrisie: we sluiten onze ogen voor de echte noden. Iedereen blijft maar lekker meedraaien in de mallemolen, alsof er niks aan de hand is. Of om het met de tekst te zeggen: ‘Maar de tuinsproeiers blijven draaien en de televisies tetteren gewoon door en de volgende dag staat die moeder weer vrolijk kwetterend bij de buren met een doos vol tuinplanten.’

 

‘Revolutionary Road’ zit tussen ‘Who’s afraid of Virginia Woolf’ van Edward Albee en een strijkkwartet van Sjostakovitsj. Leg uit.

Het bekende toneelstuk ‘Who’s afraid of Virginia Woolf’ is net als ‘Revolutionary Road’ een kwartet. George en Martha zijn een ouder koppel dat in aanwezigheid van een jonger koppel, Nick en Honey, elkaar alle hoeken van de kamer laat zien. In die ruzies zit ook een ongelofelijke kracht en aanhankelijkheid, die die twee onafscheidelijk aan elkaar verbindt. Martha en George hebben letterlijk een ander koppel nodig als klankbord voor hun eigen relatie. Bij April en Frank heet het klankbord Milly en Shep. 

Een strijkkwartet van Sjostakovitsj heeft iets zalvend, troostrijk, toont mededogen, wat ik allemaal ook teruglees in de scènes en de pijn van April en Frank. Het muzikale kwartet - twee violen, een altviool en een cello - zorgt samen voor een muzikaliteit die solo onmogelijk is. Zo ook zorgen wij met vier voor een klank, een muzikaliteit, die we apart niet zouden kunnen genereren. 

Met een kwartet kun je kamermuziek maken zonder dirigent, vier mensen in een ruimte die samen de partituur spelen. Wij proberen met onze meerstemmigheid zonder regisseur iets te vertalen van wat een liefdesverhaal is en bij uitbreiding: het leven.

 

Martine Cuyt

 

credits

van en met: Robby Cleiren, Jolente De Keersmaeker, Ivana Noa en Flor Van Severen
tekst: Richard Yates
kostuums: An d’Huys
lichtontwerp: Stef Stessel
bewerker: Jacob Derwig
vertaling: Marijke Emeis
                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                           productie: STAN en de Roovers

 

 

 

 

 

naar de voorstelling