Club Colorado: het grenzeloos bruisende atelier

Het bruist in de Warande ook op plekken waar al eens wat minder publiek passeert. Zo is er bijvoorbeeld Club Colorado: een artistiek atelier voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. De Warande werkt daarvoor samen met Kunsthuis Yellow Art, dat gelijkaardige ateliers verzorgt in Geel en samenwerkt met het OPZ Geel. 

Woensdagvoormiddag in het atelier bij de tentoonstellingsruimte van de Warande. Een tiental deelnemers is gefocust bezig aan een eigen beeldend werk. Dat kan een tekening zijn, een aquarel, een werk in houtskool, een collage … het palet is breed, net als de verscheidenheid aan mensen die deelnemen. Elk met een eigen achtergrond, want achter de term psychische kwetsbaarheid zijn veel mogelijkheden verzameld: angststoornissen bijvoorbeeld, of autisme, maar het kan ook een aanleg zijn voor depressie, of voor verslaving, of nog iets anders. Het mooie is dat het er bij Club Colorado niet zo toe doet. De begeleiders kennen niet eens de achtergrond van de deelnemers. Hier komt het er op aan om je artistiek te uiten en te ontplooien.

Marie Peeters (begeleider): We komen op vrije basis samen en ieder kan zich hier ontwikkelen, met begeleiding. Dat gaat niet zoals in een academie, waar je een vast programma hebt. Hier werk je aan je eigen ding en tegelijk beïnvloed je elkaar, inspireer je elkaar, help je elkaar, zowel deelnemers als begeleiders. Mensen komen hier binnen met eigen ideeën. Wij proberen met iedereen individueel in gesprek te gaan over wat ze willen creëren. Dat leidt tot ruimere gesprekken, bijvoorbeeld over het uitproberen van nieuwe technieken. Maar soms ook over dingen loslaten: hoe kom je tot een resultaat? Is een resultaat belangrijk? Wat is mislukken? Dus het proces op zich is belangrijker dan een vaste structuur. Eigenlijk kan je het zo zien: er is materiaal, wij zijn er, de deelnemers zijn er, er is koffie en thee … en gedurende de drie uur waarin we hier zijn, ontstaat er iets, onderling. Daarbij vervloeit ook de rolverdeling deelnemerbegeleider wat met elkaar. Ik heb hier ook al veel geleerd. Bijvoorbeeld over hoe dun de grens is tussen wat kwetsbaarheid is en het aanhouden van een eigen pad. Het is gezond om je ervan bewust te zijn hoe dun dergelijke lijnen zijn. Dat er zaken gemixt zijn en dat je eigenlijk niet van die afgescheiden delen in de samenleving hebt. Voor mij voelt het als een privilege om dat hier zo rustig en organisch zijn weg te laten vinden. In de wereld van vandaag zijn veel dingen doelgericht, afgebakend. Dat is hier niet. Je hebt hier een vertrekpunt, de mensen, het materiaal. Als begeleider reik je wel zaken aan. En zo ontstaat een leerproces, zonder dat je dat per se bewust in gang zet.

Hoe zie je dan je rol als begeleider?

Sofie Van der Linden (begeleider): De nadruk ligt op het artistieke. Wij zijn niet bezig met therapie. Wij hebben ook geen achtergrondinformatie over de deelnemers. We kijken gewoon naar wat er gebeurt en proberen daar een gesprek over te voeren. Marie Peeters: Ik heb een opleiding in cultuurmanagement en heb daarna voor een artistiek pad gekozen. Maar hier tracht ik redelijk intuïtief te werk te gaan. Het vertrekt voor mij bij interesse naar wat de mens is en hoe je tot een gesprek kan komen, zonder dat iemand verplicht wordt om welk verhaal ook te vertellen.

Hebben jullie uiteindelijk een finaliteit voor ogen? Een bepaald doel waar het atelier naartoe werkt?

 Sofie Van der Linden: Ik niet. We werken voor individuele mensen. Ik ben er niet voor te vinden om hier naar een resultaat te werken of om druk te leggen. We kijken naar wat er ontstaat en gaan daar mee verder. Wie weet organiseren we wel eens een kleine expo. Maar op zich is dat geen streven. Ik denk dat er meer dingen kunnen ontstaan als je geen finaliteit voorop stelt. Als je de tijd en ruimte krijgt om daarmee bezig te zijn, dan evolueer je in je eigen werk. Mensen gaan een artistiek proces aan. Dan is het logisch dat je daarin groeit. Het zou wel mooi zijn als dit atelier een vaste plek krijgt in Turnhout. Er is nu een samenwerking aangegaan tussen de Warande en Kunsthuis Yellow Art voor vijf jaar. Hopelijk krijgt het een permanent karakter.

 

Want de behoefte is er?

Sofie Van der Linden: Er zouden veel mensen blij zijn met een permanent atelier rond deze werking. Mensen zijn op zoek naar een goede tijdsbesteding in hun leven. Als je bezig bent met kunst en je neemt dat serieus, maar je hebt zelf niet de mogelijkheid om een ateliertje te voorzien, of je hebt niet de kracht om er alleen mee bezig te zijn, dan is dit een uitgelezen plek om die vraag in te vullen. In het Kunsthuis in Geel hebben we mensen die elke dag komen wanneer we open zijn. Marie Peeters: En welke kunstenaar valt uiteindelijk niet binnen het gegeven kwetsbaarheid? Het is zo goed dat een regio daar aandacht voor heeft. Je bouwt een plek waar mensen nu eens niet per se alleen maar iets functioneels komen doen. Dat is zinvol in een wereld die een beetje zot gedraaid is. Het benoemen van psychische kwetsbaarheid hoeft niet te wijzen op een aparte groep in de samenleving. Het nodigt uit om te kijken naar de manieren waarop dat in elk van ons zit. Daar aandacht voor hebben, toont dat je aandacht hebt voor wat een samenleving allemaal is. Zo kan je uit dat kader stappen van alleen wanneer zich acuut een probleem stelt, dat heel medisch te gaan behandelen. Het gaat er juist om hoe elementen als onderwijs, cultuur, gezondheidszorg -ook geestelijke- elkaar voeden. Dat speelt zich niet meer af in een marge, maar in het centrum. En als je je als individu oprecht artistiek uit, ben je vanzelf bezig met de grillen en de randen van je eigen persoonlijkheid en wat je opvangt in de wereld. Daar is een bepaalde gevoeligheid voor nodig. Zo’n gevoeligheid kan je niet even afzetten wanneer je niet artistiek bezig bent. Er blijven zaken binnen sijpelen. Hoe ga je daarmee om? Daar zijn wij hier ook mee bezig.

Irie Verheyen is een van de vaste deelnemers aan Club Colorado. Zijn ervaring na enkele ateliers: “Ik heb deze ateliers leren kennen via de vzw Mekanders, waar ik word ondersteund, onder meer met begeleid wonen. Zelf was ik al veel bezig met kunst en tekenen. Met die aanleg kan ik hier nu verder aan de slag gaan. Het voelt heel relaxed. Het is leuk dat ik hier veel eigen ideeën kan uitwerken en ook kennis maken met andere mensen, andere stijlen. Ik heb zelf een autisme spectrum stoornis. Dat heeft ook een effect op mijn sociale weerbaarheid. Al dat soort ervaringen en talenten kan ik hier creatief omzetten. Ik voel heel veel verbeelding. Daardoor ga ik tekenen. Hier is daarvoor de tijd en de ruimte. Dat ontspant.”