Een tapijt dat naar ketchup ruikt?! Met kunstenares Eline Van Deputte tover je voedsel om in kunst. In een lekkere workshop bouw je mee aan haar ‘Sensorial Saloon’, een woonkamer waar de zetel
gemaakt is van rabarber en de gordijnen naar koffie ruiken.
Ze werkte al vijf zondagen lang aan haar saloon met bezoekers van de Warande. En jij kan vandaag ook meedoen.
“Van afval maak ik kunst”
Eline Van Deputte is een jonge, gepassioneerde kunstenares. Haar project ‘Sensorial Saloon’ bestaat uit etensresten.
‘Sensorial Saloon’ klinkt als een showroom voor meubels. Hoe kwam je op die naam?
Eline: “Sensorial betekent zintuiglijk. Ik wil mensen een gevoel geven als ze naar mijn werk kijken. En saloon heb ik gekozen omdat ik mij echt thuis voel in een salon. Ik eet zelfs het liefst in mijn salon! Los daarvan
vind ik dat die twee woorden goed bij elkaar passen en elkaar mooi aanvullen.”
Hoe ontstond het idee om van voedsel kunst te maken?
Eline: “Veel voedsel belandt in de vuilnisbak. Maar we kunnen zoveel meer doen met eten! Van restaurants en buurtwinkels krijg ik gratis overschotten. Van dat afval maak ik kunst. Zo bestaat ‘Sensorial Saloon’ alleen uit voedselresten of dingen die ik gratis kreeg. De poten van de zetel vond ik langs de weg. Het tapijt is gemaakt met restjes afval van een groot tapijtenbedrijf en gekleurd met overrijpe tomaten. Op de zetel ligt er leer van rabarber. En met de overschotten van een fruitsapfirma maakte ik een tafeltje van appelpulp. Er is ook een klein voetenbankje dat volledig uit beschimmelde havermout bestaat. Heel mooi om te zien met al die verschillende kleuren.”
Stinkt dat?
Eline: “Ja! Maar ik ontdekte dat het aroma van koffie de meeste geurtjes verdoezelt. Mijn koffiegordijnen zijn dus mooi, én helpen goed tegen de stank. Hoewel het best meevalt. (lacht) Je ruikt het pas als je echt dichtbij komt.”
Wat was jouw eerste indruk van STORMOPKOMST?
Eline: “Superleuk initiatief! Ik vind het vooral mooi dat het zo open is. En ik werk graag met kinderen. De naam STORMOPKOMST vind ik ook lekker fanatiek.”
